“Only together we can build a sustainable future”
Op de vraag wat men onder duurzaamheid verstaat geven mensen verschillende antwoorden. Maar om gezamenlijk aan een duurzame toekomst te kunnen bouwen, moeten we echter wel weten wat we er onder verstaan. Pas dan kunnen we bepalen wat het huidige niveau van duurzaamheid is en hoever we nog verwijderd zijn van volledige duurzaamheid. De Stichting Duurzame Samenleving heeft daar een nieuw instrument voor ontwikkeld: de Sustainable Society Index (SSI).
De Sustainable Society Index voor een Duurzame Samenleving is gebaseerd op de alom gerespecteerde definitie van de Commissie Brundtland. Die definitie luidt als volgt:
Een duurzame samenleving is een samenleving:
- die voorziet in de behoeften van de tegenwoordige generatie;
- die niet tekort doet aan de mogelijkheid voor toekomstige generaties om in hun behoeften te voorzien;
- waarbij elk individu de mogelijkheid heeft om zich in vrijheid te ontwikkelen, binnen een stabiele maatschappij, in harmonie met zijn omgeving.
Met deze definitie als uitgangspunt zijn 22 indicatoren bepaald, die met elkaar een goed beeld geven van de duurzaamheid in brede zin van een land. De 22 indicatoren zijn gegroepeerd in 5 categorieën.
I. Persoonlijke ontwikkeling
1. Gezond leven
2. Genoeg te eten
3. Genoeg te drinken
4. Veilige sanitatie
5. Voldoende scholing
6. Gelijke kansen
II. Schone leefomgeving
7. Kwaliteit lucht
8. Kwaliteit oppervlaktewater
9. Kwaliteit bodem
III. Stabiele samenleving
10. Overheid en maatschappij
11. Werkloosheid
12. Bevolkingsgroei
13. Inkomensverdeling
14. Schuldenlast
IV. Duurzaam gebruik grondstoffen
15. Hergebruik afvalstoffen
16. Duurzaam waterverbruik
17. Duurzaam energieverbruik
V. Duurzame wereld
18. Bosareaal
19. Behoud biodiversiteit
20. Uitstoot broeikasgassen
21. Mondiale voetafdruk
22. Internationale samenwerking
De Sustainable Society Index is momenteel berekend voor 151 landen. Bij gebrek aan voldoende gegevens is het vooralsnog niet mogelijk om voor alle landen die index te berekenen. Voor de berekening van de Sustainable Society Index wordt uitsluitend gebruik gemaakt van openbare bronnen van internationale organisaties, zoals de Verenigde Naties, World Health Organization, Food and Agriculture Organization e.d., en universiteiten.
Een zeer bekende indicator, zoals het BBP (Bruto Binnenlands Product per hoofd van de bevolking) ontbreekt in de lijst van 22 indicatoren, omdat andere indicatoren, zoals het Duurzaam Nationaal Inkomen (opgesteld door Hueting) of de Index for Sustainable Economic Welfare (ISEW), meer geschikt zijn. Maar zij zijn slechts voor een beperkt aantal landen beschikbaar en daarom (nog) niet bruikbaar voor de Sustainable Society Index.
Elke indicator wordt berekend op een schaal tussen 0 en 10, waarbij een 10 volledige duurzaamheid betekent en een 0 volledige onduurzaamheid. Omdat te kunnen berekenen moet voor elke indicator de “duurzaamheidswaarde” bekend zijn, dat wil zeggen de waarde waarbij sprake is van volledige duurzaamheid. Voor een aantal indicatoren is dat duidelijk genoeg, het percentage ondervoede mensen moet 0 zijn, maar voor andere indicatoren is dat niet zonder meer of zelfs geheel niet duidelijk. Wanneer is bevolkingsgroei duurzaam? Als de bevolking constant blijft? Of als deze afneemt, en zo ja, hoeveel moet deze dan afnemen? Dit voorbeeld laat zien dat een duurzaamheidswaarde niet altijd objectief is vast te stellen en bovendien in de tijd kan veranderen. Het is immers denkbaar dat de mensheid over enige tijd heel anders over de (over)bevolking van de aarde denkt dan wij nu doen. Indien er (nog) geen duurzaamheidswaarde kan worden vastgesteld krijgt de hoogste waarde van een indicator een 10 en de laagste een 0.
De Sustainable Society Index kan op vele manieren worden benut om vooruitgang te boeken in ons streven naar een duurzame toekomst. In de eerste plaats om het bewustzijn van (groepen) mensen te vergroten, dat we duurzaamheid niet kunnen negeren en de kansen om die te verbeteren nu moeten benutten. Voor de overheid kan de Sustainable Society Index een nuttig instrument zijn om periodiek de stand van zaken te laten meten en in een oogopslag te laten zien hoe het met de (inter)nationale duurzaamheid is gesteld. Ook zou de verantwoordelijkheid van elk van de indicatoren aan een minister kunnen worden toegewezen, die de opdracht krijgt om de score van de hem of haar toegewezen indicator binnen de kabinetsperiode te verhogen tot een af te spreken niveau. Daarnaast kan ook een niet-gouvernementele organisatie (NGO) een indicator “adopteren” en stimuleren dat de score voor deze indicator verbeterd. Een NGO is een niet-commerciële organisatie die niet onder de overheid valt en een maatschappelijk doel nastreeft, zoals goede doelen. Maar de Sustainable Society Index kan ook in het middelbaar- en hoger onderwijs dienen als middel tot kennisoverdracht en verder onderzoek. Want “only together we can build a sustainable future”.
Meer informatie over de Sustainable Society Index, waaronder de berekeningswijze en een duurzaamheidsoverzicht van 151 landen, is te vinden op sustainablesocietyindex.com.
|